عربي English עברית Deutsch Italiano 中文 Español Français Русский Indonesia Português Nederlands हिन्दी 日本の
Knowing Allah
  
  

Under category Het uiterlijk van de Profeet
Creation date 2008-08-18 02:38:37
Hits 7478
Verstuur naar een vriend(in) Print Download article Word format Share Compaign Bookmark and Share

   

 

beschrijving van de profeet (vzzmh)

om de boodschap van de islam te kunnen begrijpen, is het als eerste noodzakelijk om ons bekend te maken met de profeet van de islam. je kunt niet de boodschap scheiden van de boodschapper. daarom is het alleen maar vanzelfsprekend om het leven van mohammed (vzzmh) te willen bestuderen, zijn manieren en zijn zeden, en te zien hoe de islam zich in zijn persoon openbaarde als een levend voorbeeld voor alle moslims tot aan het einde der tijden. 

aboe hurairah beschreef hem als volgt:

 

"hij was van gemiddelde bouw, eerder lang dan kort. zijn huid was uitzonderlijk wit, zijn baard was zwart, zijn mond plezierig, zijn wenkbrauwen lang en zijn schouders waren breed."

 

ibn malik zei:

 

"ik heb nooit zijde of andere zachte stof aangeraakt die zo zacht was als de zachtheid van zijn handpalm, en ik heb nooit een aangenamere geur geroken dan zijn geur."

 

hind ibn abi hala (de zoon van mohammeds vrouw khadijah uit haar eerdere huwelijk) beschreef mohammed (vzzmh) als volgt:

 

"de boodschapper van allah was in opeenvolgende zorgen, doorlopend in gedachten, vond nooit rust, en zweeg langdurig. hij sprak niet zonder aanleiding. hij sprak op een normale manier (was niet arrogant), en sprak bondig (kort maar krachtig). zijn woorden waren precies goed, zonder een overmaat of gebrek. hij was niet opgeblazen noch kleinerend. hij prees alle zegeningen, ongeacht hoe klein die waren en liet geen enkele ervan onbelangrijk schijnen. hij sprak nooit lof over zijn eten noch gaf hij er kritiek op. hij werd nooit kwaad over zaken die betrekking hadden op dit leven. wanneer echter onrecht werd gedaan bekoelde zijn woede pas als het recht werd gezet. hij werd nooit kwaad om iets wat hem persoonlijk betrof, noch zocht hij vergelding voor zichzelf. als hij gebaarde, deed hij dat met zijn hele handpalm. als hij zich verbaasde, liet hij dat niet zien. wanneer hij sprak, sloeg hij met zijn rechterhandpalm tegen de binnenkant van zijn linkerduim. als hij kwaad werd wendde hij zich af of vertrok, en wanneer hij blij was sloeg hij zijn ogen neer. als hij lachte was het bijna altijd beperkt tot glimlachen."
 

ali ibn abi talib beschreef mohammed (vzzmh) als volgt:

"hij was niet grof en hij liet ook geen grofheid over zijn kant gaan, hij was niet een persoon die hard roept op de marktplaats. hij vergold het slechte niet met het slechte, in plaats daarvan vergaf hij en zag het door de vingers. hij heeft nooit in zijn leven wat dan ook met zijn hand geslagen, behalve als hij vocht in de naam van allah. hij sloeg nooit een bediende noch een vrouw, en ik heb nooit gezien dat hij wraak zocht voor onrecht dat hem was aangedaan, behalve wanneer de verboden van allah werden overtreden. want als de verboden van allah werden overtreden werd hij het kwaadst van allemaal. als hem de keus werd gegeven tussen twee dingen dan koos hij de eenvoudigste ervan. wanneer hij zijn huis binnenging was hij een man gelijk geen ander; hij waste zijn eigen kleding, molk zijn eigen geit, en diende zijn eigen eten op.

hij weerhield zich ervan te spreken over dingen die hem niet aangingen. de mensen voelden zich tot hem aangetrokken en hij wees hen niet af. hij verhief de nobele mensen en gaf hen verantwoordelijkheden. hij was behoedzaam met de mensen en beschermde zich tegen hen zonder hen te onthouden van een warme glimlach of gepast gedrag. hij liet zich inlichten over zijn metgezellen en vroeg de mensen over hun zaken. hij moedigde dat aan wat goed was en versterkte dat, en hij sprak zijn afkeuring uit over het slechte en ondermijnde dat. hij was evenwichtig en consequent. hij was nooit achteloos zodat anderen dingen niet zouden verwaarlozen en nonchalant zouden worden. hij was voorbereid op iedere gelegenheid en hij schoot nooit tekort noch overdreef hij in het laten wedervaren van het recht. de mensen die hem het naast waren, waren de beste mensen, en in zijn ogen waren de besten degenen die uitgebreid advies gaven. degene die het dichtst bij zijn kaliber kwamen waren degenen die het best voor andere mensen zorgden en hen hielpen. hij stond niet op of ging zitten zonder (allah) te danken. als hij ergens een bijeenkomst bijwoonde ging hij aan het eind van de groep zitten (en niet aan het hoofd van de groep) en dit was ook wat hij aanmoedigde. allen die bij hem zaten kregen de gepaste aandacht, in die mate dat niemand van hen het gevoel zou hebben beter of minder dan de rest te zijn. als iemand bij hem kwam zitten of bij hem kwam om een gunst te vragen bleef hij geduldig met diegene tot hij (de gast) zelf vertrok. er werd nooit iemand die met een verzoek kwam zonder iets weggestuurd; hij kreeg wat hij vroeg of anders in ieder geval een vriendelijk woord. zijn opgewektheid en goede manieren omringden hen allen op zo’n manier dat hij als een vader voor hen was, en ze hadden allemaal dezelfde rechten. zijn bijeenkomsten waren die van kennis, nederigheid, geduld en rechtschapenheid. er werd niet luid gesproken of verboden overtreden. ze maakten elkaars fouten niet bekend, maar waren eender, en moedigden elkaar aan allah te vrezen. ze respecteerden de ouderen, waren barmhartig met hun kinderen, gaven voorrang aan de behoeftigen, en beschermden de vreemdeling."

hij gaat verder: "hij glimlachte altijd, was vriendelijk in zijn manieren, was zachtaardig. hij was niet streng, hardvochtig, luidruchtig, ruw, of vrekkig. hij negeerde de dingen waar hij niet van hield, en hij dreef nooit iemand tot wanhoop. hij reageerde nooit op kleinering of op slechte woorden. hij verbood drie dingen voor zichzelf: ruzie maken, arrogantie, en dat wat hem niet aanging. en hij bevrijdde de mensen van drie dingen: hij vernederde of misbruikte nooit iemand van hen, hij zocht niet naar hun eer of privézaken, en hij sprak slechts in het geval wanneer hij er een beloning voor hoopte te krijgen. wanneer hij sprak bogen zijn toehoorders hun hoofden alsof er vogels op waren neergestreken. ze spraken pas als hij klaar was. ze wedijverden niet met elkaar in zijn aanwezigheid om te spreken, maar als iemand in zijn aanwezigheid sprak, waren de anderen stil en luisterden tot hij klaar was. hij lachte met hen, en bewonderde hen. hij was geduldig met de vreemdelingen wanneer die nors waren in hun spraak en hun verzoeken, in die mate dat zijn metgezellen ze bij hem brachten. hij zei dan: 'als je iemand ziet die hulp nodig heeft, breng hem dan bij mij.' hij accepteerde geen lofspraak behalve van degenen die evenwichtig en niet overdreven waren. hij onderbrak iemand anders niet behalve wanneer die een overtreding beging, in dat geval gaf hij diegene een standje of hij vertrok.

hij was zeer gul van hart, zijn tong was waarheidsgetrouw, had een zacht karakter, en was nobel in zijn relaties. als iemand hem voor het eerst zag zou hij hem vrezen, maar als hij met hem om zou gaan, zou hij van hem houden. degenen die hem beschreven zeiden:  'ik heb voor hem of na hem niemand zoals hem gezien, vrede zij met hem' "




                      Previous article




Bookmark and Share


أضف تعليق