wat mohammed in de grot zag was niet een engel
de zesde leugen
deze verzinner zei dat het schepsel dat de profeet (vzzmh) in de hira grot zag, hem wurgde. dus was het – volgens zijn mening- satan, want als het een engel was geweest dan was die niet gemeen geweest en zou niet hebben geprobeerd hem te wurgen. hij zei ook dat de profeet nooit had gedacht dat het een engel was, maar dat hij beweerde dat het een jinni was, en hij zei tegen khadija (zijn vrouw), zo zei deze verzinner, dat hij een ondergeschikte van de jinn was of dat een jinni hem kwaad had gedaan.
de engel wurgde de profeet (vzzmh) niet toen hij aan hem verscheen, maar hij drukte hem hard (hij omvatte hem en drukte hem tegen zich aan), omhelsde hem totdat hij het niet meer kon verdragen, een daad als van een minnaar met zijn geliefde. en luister nu naar het verhaal zoals ‘aïsha (moge allah tevreden over haar zijn) het vertelde:
de engel kwam naar hem toe en vroeg hem te lezen. de profeet antwoordde: “ik kan niet lezen.”
de profeet voegde er aan toe: “de engel greep me (met kracht) en drukte zo hard dat ik het niet meer kon verdragen. vervolgens liet hij me los en vroeg me wederom te lezen en ik antwoordde: “ik kan niet lezen.” daarop greep hij me opnieuw en drukte voor de tweede keer hard tot ik het niet meer kon verdragen. toen liet hij me los en vroeg me weer te lezen maar ik antwoordde weer: “ik kan niet lezen (of wat moet ik lezen?)”. daarop greep hij me voor de derde keer en drukte weer, daarna liet hij me los en zei: “lees in de naam van jouw heer, die heeft geschapen (alles wat bestaat), die de mens heeft geschapen van een bloedklonter. lees! en jouw heer is de meest vrijgevige.” (al-alaq 96:1-3) daarna kwam allah’s boodschapper terug met de inspiratie en met een luid kloppend hart. daarna ging hij naar khadija bint khuwailid en zei: “bedek me! bedek me!” ze bedekte hem tot zijn angst was verdwenen nadat hij haar alles wat was gebeurd, had verteld. hij zei tegen haar: “ik ben bang dat er iets met me zal gebeuren.” khadija antwoordde: “nooit! bij allah, allah zal jou nooit te schande maken. je onderhoudt een goede relatie met je verwanten, je helpt de armen en de behoeftigen, je behandelt je gasten royaal en je helpt degenen die in moeilijkheden verkeren.”
vervolgens bracht ze hem naar haar neef waraqa bin naufel bin asad ‘abdul ‘uzza, die tijdens de pre-islamitische periode christelijk werd, en in het hebreeuwse schrift schreef. hij schreef zoveel van het evangelie in het hebreeuws als allah wilde dat hij schreef. het was een oude man en hij had zijn gezichtsvermogen verloren. khadija zei tegen waraqa: “luister naar het verhaal van je neef, o mijn neef!” waraqa vroeg: “o mijn neef, wat heb je gezien?” allah’s booodschapper (vzzmh) beschreef wat hij had gezien. waraqa zei: “dit is dezelfde die de geheimen bewaart (de engel gabriël) die allah naar mozes stuurde. ik wou dat ik jong was en kon leven tot het tijdstip wanneer jouw volk je weg zal sturen.” allah’s boodschapper vroeg: “zullen ze me wegsturen?” waraqa antwoordde bevestigend en zei: “allen (alle mannen) die met iets gelijkluidends als dat wat jij bracht werden met vijandigheid behandeld; en als ik zal blijven leven tot de dag dat ze jou wegsturen, dan zal ik je zo goed mogelijk steunen.” maar waraqa stierf een paar dagen later en de goddelijke inspiratie stopte een tijdje.”
geen wurgen, geen jinn en geen andere dingen waar deze leugenaar het over heeft komen voor.
maar de profeet werd beschreven met de beste zeden zelfs voordat de openbaring kwam, want khadija zei: “nooit! bij allah, allah zal jou nooit te schande maken. je onderhoudt een goede relatie met je verwanten, je helpt de armen en de behoeftigen, je behandelt je gasten royaal en je helpt degenen die in moeilijkheden verkeren.”
en in dezelfde hadith voorspelde waraqa goede tijdingen aan de profeet dat hij de profeet van het volk zou zijn, en dat hetzelfde met mozes was gebeurd. waraqa had gelijk over het feit dat mozes (vzmh) ook bang was geweest, en rillend en overijld op de vlucht sloeg.